Wel/niet solliciteren: nu concreet

En dan nu concreet. Als ik solliciteer op de managementfunctie én ik zou worden aangenomen, wat zou ik dan willen doen op die school en hoe doe ik dat dan? Om te beginnen, hoe zie ik mijn dagelijkse bezigheden voor me?

  • we hebben een briefing (die ik niet altijd zelf leid);
  • ik sta aan poort/ bij de ingang;
  • ik check de organisatie van de dag, de week en de periode die voor ons liggen;
  • ik beantwoord mails, van ouders, bestuurders, collega’s, leerkrachten, schoolbegeleiders, stagiaires, opleidingen, nascholers, enz.;
  • ik lunch samen en ben op het plein;
  • spring in bij problemen in de klas;
  • ik plak een pleister;
  • zoek ziektevervanging en/of nieuwe collega’s;
  • ruim her en der wat op;
  • heb een (video)afspraak en nog een paar;
  • vergader met de MR/OR;
  • schrijf een beleidsplan of stel financiële planning op;
  • bel een ouder;
  • schrijf een persbericht;
  • en vooral heb ik aandacht voor de leerkrachten.

Die aandacht voor de leerkrachten zie ik als kernopdracht. Zij moeten het meeste doen, hun invloed op het ontwikkelen van de leerlingen is op school het grootst.
Ik zou met en voor hen dan ook graag op onderzoek gaan hoe we het onderwijs beter kunnen maken. In groepen, met eventueel met hulp van buiten af, maar in ieder geval vanuit hun eigen behoeften en interesses. Professionele ontwikkeling is de basis voor ontwikkeling van de school. Dat proces moet consistent zijn met de richting die ik voor ogen heb, dus ook ontwikkelingsgericht. Daar zijn wetenschappelijke manier voor, ook vanuit de cultuurhistorische activiteitstheorie. Dat zijn formatieve interventies. Formatief wil zeggen dat ze niet vooraf al helemaal vast staan en dus dat het proces zich zal ‘vormen’ naar wat zich, al onderzoekend en ontwikkelend, voor doet. Ik gebruik die aanpak ook in mijn practoraten, ook bij de studenten op de opleidingen en docenten in ateliers of professionele leergemeenschappen. Dat is allemaal niet heel anders dan hoe OGO voor de leerlingen is: thematisch, onderzoekend, ontwikkelend, in de zone van naaste ontwikkeling. Geen rocket science, wel onderbouwd.

Als ik dan verder nog mijn huidige voorkeuren van werken op een rijtje zet:

  • ik werk zo transparant mogelijk (vandaar dat ik deze overwegingen ook deel);
  • betrek zoveel mogelijk betrokkenen bij mijn werk (leerlingen, ouders, bestuur);
  • ik houd van afwisseling, dus wil mijn (duur)sportcoaching ook blijven doen;
  • deel ik graag verantwoordelijkheden en ga dan vooral voor de inhoud;
  • ik moet mijn hypotheek kunnen blijven betalen.

Tot slot, voor als nog niet duidelijk is hoe de beslissing wel/niet solliciteren uit gaat vallen, de voor- en nadelen naast elkaar:

VoorTegen
Enorme uitdaging die prikkeltMinder goed zelf te plannen bezigheden
Eindelijk laten zien hoe ik denk dat het kanIk ervaar wel eens weerstand (bij bestuur en collega-managers) en v.v.
Dichtbij en dus centraler staan in de gemeenschap om me heen.Misschien geen ruimte voor onderzoeken en de inhoud?
Dichtbij huisIs de bureaucratie te ontwijken of te hacken

Ik houd jullie op de hoogte van het proces…..

1 gedachte over “Wel/niet solliciteren: nu concreet”

  1. @martijn de decembertijd, heerlijke tijd om te reflecteren op wel/niet een nieuwe baan. Het vijfde en laatste bericht daarover is nu online (zie de draad). Uitslag volgt later ….

Reacties zijn gesloten.

Scroll naar boven